De duik

Het is buiten prachtig weer. Na wat een eindeloze droogte leek, heeft het twee dagen geleden geregend. Het was wel te veel water in een té korte tijd zodat alles leek weg te spoelen, maar de grond is nu gelukkig weer vochtig genoeg om positief de toekomst tegemoet te zien.
Grootopa, gezeteld op ‘zijn’ stoel, heeft het naar zijn zin vandaag. Hij heeft een ouwe Het Beste van Reader’s Digest uit de beginjaren ’70 gevonden en zit die op zijn gemak door te bladeren. Hij heeft net een prachtige Momentopname gelezen. – Zoontje was de hele dag onmogelijk geweest, een echte treiter, daarom is hij héél vroeg naar bed gestuurd. Toen het plots stil werd in de slaapkamer sloop vader naar boven waar hij zoontje op zijn knieën, met gevouwen handjes en gebogen hoofd, op het matras ziet, hardop in gebed:- “Here Jezus, maak mij alsjeblieft een lief jongetje … papa en mama krijgen het niet klaar”.

Grootopa legt het blad op zijn schoot en kijkt met een glimlach naar buiten, waar hij weer eens die donkere rookwolk uit de schoorsteen van de fabriek ziet komen.
Om de zoveel tijd moet de uitlaat van de op hout gestookte stoomketels even open gegooid worden, waarom precies weet Grootopa niet, en dan golft er voor een minuut of zo een pikzwarte rookwolk uit de hoge schoorsteen.
De oude man vindt het mooi om de donkere golf de blauwe, schone lucht in te zien rollen. Het herinnert hem aan vroeger toen nog niemand klierde over luchtvervuiling. Iedereen verbrandde alle rommel die niet meer nodig was op zijn eigen erf of land. Hoe zwarter of gekleurder de rook hoe prachtiger de kinderen het vonden. Vooral toen de plastic kunstmestzakken kwamen … die gaven een prachtig vuur met vlammen in alle kleuren van de regenboog.
Totdat de regering een eind maakte aan dit feest. Niks mag vandaag de dag meer verbrand worden! Alles wat plastic is, moet terug naar de fabrikanten.
Dit is natuurlijk absoluut een correct besluit. Toch is er iets wat Grootopa zeer sceptisch maakt… en dat is de koolzuur (CO2) voetafdruk. Vooral dat gedoe van CO2-handel. Dit gaat namelijk om miljarden dollars! Laten we eerlijk zijn, wie begrijpt nu precies hoe deze handel in elkaar zit? Bijna niemand toch?! CO2-voetafdruk!! Iets dat je niet kan zien, niet kan horen, niet kan proeven en niet kan ruiken.
Je moet er maar in geloven en erop vertrouwen… net als in een religie. Grootopa kijkt even op naar de hemel alsof hij een vergelijking trekt tussen het “normale” geloof en de “groene” fanaticus.
Ja, rook kan je zien en ruiken, en Grootopa vindt dat daar iets aan moet gebeuren… de technologie hiervoor bestaat.

De handel in CO2 loopt als een trein over de wereld en handige mensen verdienen er schatten mee. Als je kunt bewijzen dat jouw bedrijf financieel bijdraagt aan een project om CO2 uit de lucht te halen óf dat je ervoor zorgt dat er minder CO2 in de lucht komt, ontvang je daarvoor een CO2-certificaat. Eén certificaat staat gelijk aan één ton CO2 en is vandaag 75,00 Euro waard. Een berg geld.
Ook al wordt het een CO2-certficaat genoemd, gaat het hier niet alleen om CO2 maar om meerdere broeikasgassen, zoals methaangas, bijvoorbeeld, wat door de uitlaat van dieren naar de atmosfeer wordt uitgestoten … Juist, u begrijpt het goed, zoals koeienscheten bijvoorbeeld.
Het meten van de CO2-stroom is technisch gezien een moeilijke klus. Maar heel geleerde mensen hebben dat allemaal haarfijn uitgezocht en weer aan andere geleerde mensen uitgelegd die het weer uitgelegd hebben aan zéér slimme mensen, en deze slimme mensen hebben met prachtige praatjes dit systeem de wereld in gebracht… en nu vliegen de miljarden door het wereldbanksysteem met als voornaamste doel de wereld te beschermen voor onze kleinkinderen. Jaja… zo is dat. Nobele geleerden en politici die precies weten wanneer de aarde vergaat als wij nú niet oppassen.
Om een klein idee te krijgen over de volumes geld die hier spelen: – alleen Nederland, dat kleine landje, heeft in 2022 ruim 1,1 miljard Euro verdiend aan CO2-emissierechten.

Grootopa heeft dit alles kortgeleden heel serieus bestudeerd, met z’n brilletje diep op z’n neus gedrukt en een gedoofde pijp in z’n mond. Iedere regel heeft hij woord voor woord gelezen en in zijn hersens laten verwerken en toen geconcludeerd dat hij er geen zak van snapt.
Als een bedrijf neutraal wil zijn, moet het kunnen bewijzen dat alle CO2 en methaangas die uitgestoten worden gedurende de hele cyclus, zoals trekkers op het land, koeien- en varkensuitlaat, elektriciteit en watergebruik, transport, stoomketels, fabriek, enz… weer opgenomen worden door het equivalent in boomaanplant.

Grootopa is het er natuurlijk helemaal mee eens dat boomaanplant en rivieroeverbescherming noodzakelijk zijn voor het milieubehoud. Maar zouden die miljarden die van de ene rekening naar de andere vliegen, zonder dat je echt ziet wat er mee gedaan wordt, niet aan wat meer zichtbare en tastbare acties besteed kunnen worden? Aan riolering in de buitenwijken, bijvoorbeeld? Of aan het effectief ophalen en selecteren en recycleren van vuilnis?
En wat te denken van het instellen van echte boetes voor diegenen die vuil op straat strooien zoals sigarettenpeuken, pakjes, drankblikjes, flessen… In Singapoer betaal je zelfs een grote boete als je kauwgum op de straat uitspuugt. Je mag kauwgum niet eens het land binnen nemen.
Als je in Carambeí over de Avenida dos Pioneiros wandelt of fietst, weet je precies wat Grootopa bedoelt.

Grootopa neemt Het Beste weer op en bladert langzaam verder, genietend van de smakelijke moppen. Even te kunnen glimlachen geeft verlichting in z’n ouwe hart.
De wind draait en een forse bries waait de zaal binnen door het raam dat wagenwijd openstaat met een groot hor dat vliegen en andere insecten buitenhoudt. Samen met de bries komt plots een golf stank binnen, met een ammoniakgeur, sterk genoeg om zelfs de ogen een beetje te doen tranen.
Grootopa herkent de geur onmiddellijk en de brullende trekker bij de buurman verraadt de oorsprong. Buurman is aan het gierspuiten over het land voordat er weer een regenbui komt over een paar dagen, volgens het weerbericht. Zo kan de gier even ‘rijpen’ voordat het regenwater het de grond intrekt en gedurende deze paar dagen kan de hele omtrek meegenieten. Wij, die hier al sinds altijd wonen, zijn er al aan gewend en het kan ons eigenlijk niet zo veel schelen, maar niet zo lang geleden hoorden we van een bezoeker dat “Carambeí mooi is en het Parque Histórico prachtig, maar het stinkt hier als de pest”.

De stank van de gier neemt Grootopa weer zo’n vijftig jaar terug naar het verleden. Een jonge boer, slechts een paar jaar getrouwd, dus in volle opbouw van zijn bedrijf, stond met de veearts en een vriend achter de varkensschuur, vlak bij de mesthoop en gierput te praten.
De put had zo’n zeven meter doorsnee en was bijna vol. Het spul borrelde van de gasvorming en rook verstikkend. Tot zeker wel twintig centimeter boven het oppervlak was er vast geen zuurstof te vinden.
De jong boer keek trots naar het “bad” en zei: – “Puur geld! Dat scheelt me een hele duit aan kunstmest”.
– “Ik geef je honderd cruzeiros als jij daar induikt en naar de overkant zwemt”, zei de veearts met een uitdagende lach.
Vriend, de boer kennende, zei: – “Zeg, je bent toch niet gek, hé!!? Je komt nooit meer boven, man!”
Maar op de hele wereld bestaat er geen volk dat zo op geld is gesteld als een Hollandse boer. De jonge man kijkt even aarzelend naar het borrelende spul… trekt dan in een flits zijn kleren uit en duikt spiernaakt met een plons de tank in.
De veearts en vriend staan sprakeloos. De boer kwam maar niet boven.
– “Gut nog toe!!!… Hij is verzopen!”, stamelt zijn vriend.
De seconden leken uren. Maar toen kwam hij al spugend en hikkend aan de andere kant boven, radeloos omdat-ie z’n ogen niet kon openen van de brandende ammoniak.
– “Breng me naar de schuur… daar is water!” Als een blinde tast hij in de lucht.
Voorzichtig leidt de vriend hem naar de kraan en vult een paar emmers water. De veearts staat erbij, brullend van de lach.
Het heeft wat gekost om hem schoon te krijgen.
Toen hij weer kon praten stak de boer z’n hand uit: – “Zo, en kom nou maar op met de centen!”
Die honderd cruzeiros waren toen ongeveer een derde van een minimumsalaris, dus best de moeite waard. – “Zo!”, zei de boer trots met de biljetten zwaaiend. – “Een echte Zuid-Hollander is niet bang voor een ‘luggie’”.
– “Nou en of”, zei de vriend, – “je wordt niet zomaar een rijke stinkerd”.

Rijke stinkerd! Grootopa denkt opeens aan iets interessants, want weet je waar het gezegde ‘rijke stinkerds’ vandaan komt?
Vroeger werden de rijke en edele mensen in de kerk begraven. Het resultaat daarvan was dat het binnen het gebouw met de tijd ontiegelijk stonk, zo erg dat de mensen er soms flauwvielen. Het is in de Franse tijd geweest, onder koning Lodewijk Napoleon, ongeveer 1806, dat de gewoonte om mensen onder de vloer van de kerk te begraven verboden is.

De mensen uit de provincies Noord- en Zuid-Holland zijn altijd trots op hun afkomst. Volgens hen was de Gouden Eeuw helemaal aan hun voorouders te danken. Een familie uit Arapoti vierde in 2022 dat ze 60 jaar geleden naar Brazilië geëmigreerd waren. Trots op zijn afkomst als Zuid-Hollander had de oudste broer de vlag van Zuid-Holland in de feestzaal opgehangen.
Alle broers hadden hun kinderen en kleinkinderen meegebracht. De oudste broer hield een speech over hoe het vroeger was in Arapoti, dat ze in een schuur hebben gehuisd het eerste jaar, over de brand in Paraná, de droogte die de oogsten verpestte enzovoort… hoe moeilijk het allemaal geweest is met alle tegenslagen.
Maar ook vertelde hij trots dat de familie afstamt van oude Zuid-Hollandse geslachten uit de regio waar de Bataven tegen de Romeinen hebben gevochten en later hun beste aanhangers zijn geworden, velen waren meegetrokken naar Rome toen de terugtrekkende troepen deze regio verlieten.
De tranen van trots stonden in zijn ogen toen hij met trillende vinger naar de vlag van zijn provincie wees. – “Dat is de vlag van Zuid-Holland, mensen, daar komen wij vandaan!” Zijn gemoed schoot bijna vol.
Iedereen zat stilletjes dit ontroerende moment te verwerken toen één van de broers zijn vinger omhoogstak. Hij keek zijn oudere broer aan en zei toen: – “Ik moet jou met verschrikkelijke spijt vertellen dat Ameide, waar wij geboren zijn, niet meer in Zuid-Holland ligt… een paar jaar geleden hebben ze de grens verlegd, en Ameide ligt nu in de provincie Utrecht”.
De oudste broer verbleekte. Met open mond en in ongeloof verstarde blik bleef hij zijn jongere broer, de boodschapper van het kwaad, aankijken en barstte toen uit. – “Bin jai nou helemaol bedonderd?!… Dat bestaot nie!!”
Hij sloeg met de vuist op tafel: – “Dat… dat… dat is verraad!”, stotterde hij.

Zijn jongere broer zocht het snel op Google op en liet het aan zijn verbouwereerde broer zien. Met hangende schouders moest deze toegeven dat hij geen Zuid-Hollander meer was. Met bibberende hand pinkte hij een traantje weg. Toen stond hij op en zei plechtig: – “Ik wil hier niks van weten. Voor main is dut nie gebeurt … op main paspoort staot dat ik in Zuid-Holland geboren bin en dat blaift zo… Afgelopen!!”
Maar toch was het hele feest voor hem bedorven.

Grootopa zit hier nog even over na te denken. Hij kan de man héél goed begrijpen.
Zachtjes doezelt de ouwe man in een dutje weg.

Terug naar: Grootopa vertelt